De discussie over de coffeeshopvergunning in Hoogeveen laaide opnieuw op nadat duidelijk werd dat de bezwarencommissie heeft geadviseerd een nieuwe procedure op te starten. In de eerdere vergunningverlening zijn volgens de commissie aantoonbare en ernstige fouten gemaakt. Veel omwonenden en ondernemers bleken bovendien onaangenaam verrast door de opening van een coffeeshop in hun directe omgeving.
Voor CDA-raadslid Haaije Feenstra-Paas was dit aanleiding om samen met de ChristenUnie en SGP schriftelijke vragen te stellen aan het college. Volgens hem komt de komst van een coffeeshop Hoogeveen “niet ten goede”, omdat coffeeshops volgens het CDA het gebruik van softdrugs normaliseren en risico’s van verslaving en criminaliteit vergroten.
Zorgen over procedure en participatie
Nu de gemeenteraad eerder heeft besloten één coffeeshop te gedogen, benadrukt het CDA dat een zorgvuldige procedure essentieel is. Feenstra-Paas stelt dat inwoners geen mogelijkheid hebben gekregen om via participatie invloed uit te oefenen op het proces, terwijl de vestiging van een coffeeshop volgens hem directe gevolgen kan hebben voor verkeersdrukte en veiligheidsgevoelens.
De partijen vragen het college te reflecteren op de wenselijkheid van een coffeeshop in Hoogeveen, mede gezien de geconstateerde procedurefouten. Feenstra-Paas spreekt daarbij het standpunt uit dat het CDA liever tijdig bijstuurt “dan ten hele gedwaald”.
Impact van coffeeshopvergunning op omgeving
In hun schriftelijke vragen willen CDA, ChristenUnie en SGP weten of het college overweegt geen gedoogvergunning meer te verlenen.
Ook vragen de fracties welke lessen het college trekt uit de eerdere fouten in het proces.
Mocht een nieuwe procedure worden opgestart, dan verlangen de partijen duidelijkheid over hoe inwonersparticipatie wordt vormgegeven.










