Eerder vandaag om 13:15 deed de rechter uitspraak in een rechtszaak tegen Stichting Suver Nuver en diens voorzitter Rinus Beintema. De stichting en Beintema zijn schuldig bevonden aan het overtreden van de geneesmiddelenwet, maar beiden worden geen straf of maatregel opgelegd.
Suver Nuver schuldig aan overtreding geneesmiddelenwet
Tijdens de inhoudelijke behandeling op 14 oktober maakte het OM de strafeisen bekend: een boete van 100.000 euro waarvan 60.000 euro voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar voor de stichting zelf. Tegen Beintema werd een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden met een proeftijd van 3 jaar en daarnaast een werkstraf met de duur van 120 uur geëist.
Allereerst is aangegeven door de verdediging dat deze zaak nooit zou moeten plaats vinden. Dit ‘niet-ontvankelijkheidsverweer’ is relevant bij een aperte onevenredigheid in de vervolging. Daarvan is geen sprake, er is voldoende aanleiding tot vervolg.
Ondanks het verweer van de stichting dat het geen geneesmiddelen verstrekt, gaat de rechtbank hier niet in mee
Suver Nuver bracht in als verweer dat het om een ‘feitelijke gedoogsituatie’ ging, maar de rechtbank gaat er niet in mee. Er is geen productievergunning, zijn geen afspraken en geen toezeggingen door en met het OM.
Ook de toezegging van de burgemeester van Leeuwarden destijds, Crone, bleef juridisch niet overeind – Opiumwet en Geneesmiddelenwet vallen ver buiten het bereik van een burgemeester.
De rechtbank vond voldoende bewezen dat Suver Nuver de geneesmiddelenwet overtreedt. Suver Nuver wietolie verstuurde, verwerkte en produceerde wietolie.
Ondanks het verweer van de stichting dat het geen geneesmiddelen verstrekt, gaat de rechtbank ook hier niet in mee. Bij de inschrijving, in de folder en begeleidingsdocumentatie wordt er wel degelijk over ziektebeelden en de medicinale werking van cannabis gerept. Een ongeoefend persoon kan daardoor denken dat er een geneeskrachtige werking optreedt. Daarmee acht de rechtbank aantijgingen 1 tot en met 3 bewezen.
Het tenlaste gelegde punt dat de stichting een groothandel is, is vrijgesproken.
Toetsing medicinale bereiding wietolie
De rechtbank acht bewezen dat de stichting voorziet in een behoefte en de rechtbank kijkt dan ook vooral naar de volksgezondheid, wetenschap en politiek. Dat betekent dat de uitingen van de donateurs van Suver Nuver geen effect hebben gehad op de bewijsvoering, maar wel op het oordeel.
Op gebied van volksgezondheid wordt aangerekend dat Suver Nuver buiten de gebaande paden heeft gehandeld
Op gebied van volksgezondheid wordt aangerekend dat Suver Nuver buiten de gebaande paden heeft gehandeld, zonder vergunning. Daarmee is de kwaliteitswaarborging waarvoor de wetten zijn opgesteld ‘gefrustreerd’. Ook is de wisselende kwaliteit een probleem.
Op gebied van wetenschap is het moeilijker – de werking van (o.a.) THC is beperkt bekend. Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) geven enkel aan dat in de olie van Suver Nuver THC zit. Ook dat er effecten zijn, maar welke (heelkundige, profylactische) gevolgen van deze effecten te verwachten zijn, is onbekend.
Op gebied van politiek is er een opdracht gegeven. Want op dit moment is onvoldoende bekend wanneer wietolie of hennepolie nou wel of niet een medicijn is. Mede ingegeven door de onbekendheid van de werking en effecten in de wetenschap is vereist, om dit stuk netjes af te wegen, dat het in de wet- en regelgeving duidelijk moet worden wanneer wiet- of hennepolie een medicijn is.
Schuldig zonder strafoplegging
Of er een straf moest volgen, baseerde de rechtbank zich op de maatschappelijk-sociale voet van de stichting.
De stichting voorziet in een behoefte waarvoor de rechtbank de ogen niet sluit
Veel mensen hebben baat bij de verstrekte wietolie op basis van donaties. De stichting heeft geprobeerd om hun werk legaal te krijgen. Daarbij is geen financieel gewin gemoeid in het belang van de donateurs.
Hoe nobel ook, hoe zorgvuldig ook, toch is er een overtreding van de geneesmiddelenwet. Daaronder vallen handel, productie en verstrekking. Controle, toezicht op deze lijnen is niet voldoende mogelijk.
De stichting voorziet in een behoefte waarvoor de rechtbank de ogen niet sluit.
Het oordeel van de rechter is dan ook: geen straf of maatregel, met als voornaamste reden de zorgvuldigheid van de stichting. Een straf zou daarbij niets toevoegen.
Hoger Beroep waarschijnlijk
Zoals Beintema al aangaf in een eerdere livestream op YouTube gisteren, is het enige waar de stichting mee akkoord zou gaan is vrijspraak. En dat er bij een uitspraak Hoger Beroep zou worden aangetekend. De stichting heeft nu twee weken om in Hoger Beroep te gaan.
Update, 18 november 18:00:
In een reactie aan de Volkskrant laat advocaat Vis weten dat het de gedroomde uitspraak is: “Het was vanaf het begin het doel van de stichting om een rechterlijke uitspraak te ontlokken. De rechter zegt nu dat de maatschappij niet de ogen kan sluiten voor de grote behoefte aan dit middel. Het allerbelangrijkste is dan ook dat de duizenden afnemers nu niet in de kou komen te staan.”
Beintema had gehoopt ontvankelijk te worden verklaard, maar is met deze uitspraak uiterst tevreden. Wel stoppen ze met de illegale activiteiten laat hij weten aan de Volkskrant: “Dat was de ultieme uitspraak geweest. Dan hadden we door kunnen gaan met het verstrekken van de olie in een vergunde setting. Nu hebben we the next best thing. Vanochtend hebben we de stekker uit alle illegale activiteiten getrokken en de labs opgeruimd. Ik ga vanaf nu lobbyen in Den Haag.”