- Advertentie -
Home Coffeeshops Raad van State kiest kant gemeente Heerlen in omgevingsvergunningzaak coffeeshop

Raad van State kiest kant gemeente Heerlen in omgevingsvergunningzaak coffeeshop

De Raad van State heeft het hoger beroep vernietigd en kiest daarmee de kant van de gemeente Heerlen in een omgevingsvergunning kwestie voor een coffeeshop.

0
Raad van State
- Advertentie -

In een uitspraak eerder deze week van de Raad van State is bepaald dat de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor een coffeeshop in Heerlen terecht buiten behandeling is gelaten door het college van burgemeester en wethouders. De Raad van State oordeelde dat er sprake was van een privaatrechtelijke belemmering die de kwestie onmogelijk maakte.

Nieuwe omgevingswet heeft geen invloed op lopende zaken

Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024 blijft op lopende zaken het recht van vóór die datum van kracht schrijft de Raad van State in hun uitspraak.

Deze uitspraak illustreert dat de overgang naar de nieuwe wetgeving geen invloed heeft op zaken die vóór die datum zijn gestart, zoals de aanvraag van de coffeeshop uit 2018.

College van Burgemeester en Wethouders handelde niet-ontvankelijkheid correct af

Het hoger beroep van het college betoogde dat de rechtbank het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.

De Raad van State oordeelde in het voordeel van het college van B&W en stelde dat de coffeeshop geen belanghebbende was bij de aanvraag, gezien de privaatrechtelijke belemmering en het ontbreken van toestemming van de gemeente.

De beslissing is als volgt:

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

I.        verklaart het hoger beroep gegrond;

II.       vernietigt de uitspraak van de rechtbank Limburg van 14 januari 2022 in zaak nr. 21/311, voor zover de rechtbank het beroep gegrond heeft verklaard, het besluit van 15 december 2020 heeft vernietigd, het college heeft veroordeeld in de proceskosten tot een bedrag van € 1.518,00 en heeft bepaald dat het college het griffierecht van € 181,00 vergoedt;

III.      verklaart het bij de rechtbank ingestelde beroep ongegrond;

IV.      vernietigt het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Heerlen van 8 maart 2022.

- Advertentie -

Exit mobile version