In een recente uitspraak heeft het gerechtshof in Den Haag besloten geen straf op te leggen aan een coffeeshopondernemer die in 2020 werd betrapt met 25 kilo voorraad in een loods in Wateringen. De verdachte, die twee coffeeshops bezit, werd vervolgd voor het overschrijden van de toegestane handelsvoorraad van 500 gram.
Het Openbaar Ministerie had een taakstraf van 80 uur geëist, maar het hof vond dat een straf niet langer noodzakelijk was. Doorslaggevend was dat er vijf jaar waren verstreken sinds het incident en dat de verdachte sindsdien geen nieuwe strafbare feiten had gepleegd.
Verweer over willekeurige vervolging afgewezen
De verdediging betoogde dat het Openbaar Ministerie onterecht had gehandeld door juist deze verdachte te vervolgen, terwijl anderen in vergelijkbare situaties niet voor de rechter kwamen. Het hof wees dit argument echter af, omdat er geen bewijs was dat het Openbaar Ministerie willekeurig of onredelijk had gehandeld.
Hoewel het hof erkende dat het om een aanzienlijke hoeveelheid cannabis ging, zag het geen reden om alsnog een straf op te leggen. De rechter nam mee in de overweging dat de verdachte nog steeds een coffeeshop exploiteert zonder nieuwe overtredingen.
Lange duur van de zaak en positief gedrag doorslaggevend
De uiteindelijke beslissing om geen straf op te leggen werd mede beïnvloed door de lange duur van de zaak en de positieve ontwikkelingen in het leven van de verdachte.
Het hof concludeerde dat bestraffing na vijf jaar geen toegevoegde waarde meer had.