Het coffeeshopbeleid in Leiden staat opnieuw ter discussie na de aankondiging van strengere maatregelen door de gemeente. Tijdens de commissievergadering Leefbaarheid en Bereikbaarheid van 18 september uitte de Leidse Vereniging van Cannabisdetallisten (LVCD) scherpe kritiek. Voorzitter Jack Stikvoort noemde de voorgestelde aanscherping van het sanctiebeleid rondom de voorraad van coffeeshops “onuitvoerbaar, onwerkbaar én oneerlijk”.
Bezwaren tegen nieuwe voorraadregels
Volgens de huidige wetgeving mogen coffeeshops maximaal 500 gram cannabis op voorraad hebben.
Stikvoort wijst erop dat dit in de praktijk onvoldoende is voor zaken die duizenden klanten per week bedienen. Hij stelt daarom een regeling voor waarbij een extra voorraad van 500 gram via een notariële kluisverklaring wordt toegestaan.
Deze verklaring zou worden onderbouwd met belasting- en omzetgegevens. Wordt bij een controle een externe opslag aangetroffen die hiermee overeenkomt, dan zou dit volgens de LVCD niet moeten leiden tot sancties.
Gemeente wil sancties aanscherpen
Burgemeester Peter Heijkoop benadrukte tijdens de vergadering dat Leiden kampt met overlast rond coffeeshops, vooral bij de Beestenmarkt. Het gaat om verkeersdrukte, parkeerproblemen en de toestroom van jongeren uit omliggende gemeenten.
Om de leefbaarheid te verbeteren wil de gemeente een nieuw sanctiebeleid invoeren dat zich nadrukkelijk richt op de bestrijding van de locaties van de voorraad, zogenaamde stashlocaties.
De LVCD vindt dat onnodig streng en stelt dat de bestaande afspraken met politie en gemeente al dertig jaar zorgen voor rust en handhaafbaarheid.