Dagelijkse cannabisconsumenten vertonen nauwelijks psychomotorische afwijkingen tijdens het rijden, zelfs na het gebruik van producten met een hoog THC-gehalte. Dat blijkt uit onderzoek gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Traffic Injury Prevention.
Onderzoekers van de University of Colorado Anschutz Medical Campus vergeleken de rijprestaties van dagelijkse en incidentele cannabisgebruikers met een controlegroep van niet-gebruikers. De deelnemers reden op een gesimuleerde rijbaan 20 en 80 minuten na consumptie. Dagelijkse gebruikers inhaleerden naar eigen keuze wiet of hasj met gemiddeld 78 procent THC.
Minimale afwijkingen ondanks hoge THC-concentratie
Uit het onderzoek bleek dat dagelijkse gebruikers nauwelijks verslechteringen in hun rijgedrag vertoonden. Sterker nog, bij deze groep werd een verbetering waargenomen in de SDLP (standaarddeviatie in zijdelingse positionering), een maatstaf voor het behouden van rijstrookpositie. Zowel dagelijkse als incidentele gebruikers verminderden hun snelheid na consumptie, terwijl de controlegroep hun snelheid juist verhoogde.
Bij incidentele gebruikers werden lichte verslechteringen in SDLP gemeten, maar deze waren statistisch niet significant in vergelijking met de controlegroep.
THC-gehalte in bloed geen betrouwbare maat
Opvallend was dat er geen verband werd gevonden tussen THC-concentraties in het bloed en de rijprestaties. “Deze bevindingen bevestigen opnieuw dat THC in het bloed een inconsistente en ongeschikte indicator is van psychomotorische impairments,” aldus Paul Armentano, adjunct-directeur van NORML.
De onderzoekers concluderen dat dagelijkse gebruikers tolerantie ontwikkelen voor de acute rijprestatieverstorende effecten van cannabis. De bevindingen benadrukken de complexiteit van het vaststellen van uniforme wettelijke grenzen voor rijden onder invloed van cannabis, gezien de grote individuele variatie en opgebouwde tolerantie bij frequente gebruikers.
In Nederland loopt momenteel de campagne Cannabis en Verkeer van stichting VOC.