De rechtbank Den Haag heeft geoordeeld dat de kasadministratie van een coffeeshop niet goed controleerbaar was. Opvallend was dat omzetten waren geboekt op een niet bestaande datum, 29 februari 2017, en er aanzienlijke verschillen waren tussen de geboekte omzetten en de waarnemingen ter plaatse tijdens controles. Als gevolg daarvan heeft de rechtbank de administratie verworpen en de bewijslast omgekeerd en verzwaard.
Inspecteur redelijk geschat?
Tijdens de zaak waren diverse (navorderings)aanslagen in de inkomstenbelastingsfeer en vergrijpboetes van in totaal €110.858 in geschil.
De ondernemer, die in vof-verband een coffeeshop exploiteert waar alleen contante betalingen mogelijk zijn, beweerde dat de hogere omzetten tijdens waarnemingen ter plaatse te wijten waren aan extra klandizie rond de gebedstijden van een nabijgelegen moskee.
De inspecteur schatte de correcties echter volgens de rechtbank niet redelijk, gezien het beperkte aantal waarnemingen en de duur ervan.
De correcties werden uiteindelijk in goede justitie vastgesteld, en de boetes werden vernietigd omdat de inspecteur niet overtuigend kon aantonen dat omzet was verzwegen.
Gegrond beroep van coffeeshopondernemer
De beroepen van de ondernemer werden door de Rechtbank Den Haag als gegrond verklaard.
De uitspraak benadrukt het belang van een deugdelijke administratie, en in dit geval heeft het gebrek aan controleerbaarheid geleid tot een omgekeerde bewijslast en uiteindelijk tot vernietiging van de opgelegde boetes.
De uitspraak werpt ook een nieuw licht op de uitdagingen waarmee coffeeshopexploitanten worden geconfronteerd bij het voeren van een transparante bedrijfsadministratie.
