In de afgelopen jaren heeft CBD wiet, of ‘cannabis light‘, een opmerkelijke verschuiving ondergaan van een ongewenst bijproduct naar een gewild artikel in tal van markten. Dit komt mede door het feit dat het, in tegenstelling tot wiet met hoge THC waardes, momenteel legaal is in veel meer jurisdicties. Recentelijk heeft het Hof van Beroep in het Verenigd Koninkrijk een cruciale uitspraak gedaan die het juridische landschap rondom deze producten verduidelijkt.
Juridische uitdagingen in het VK voor CBD wiet en andere lage-THC producten
De opkomst van cannabis light heeft echter ook juridische uitdagingen met zich meegebracht voor ondernemers en investeerders.
Het Verenigd Koninkrijk, bijvoorbeeld, bevindt zich in een grijze zone waar lage-THC cannabisproducten weliswaar wijdverspreid beschikbaar zijn, maar niet noodzakelijkerwijs als legaal worden beschouwd door sommige autoriteiten.
Deze onduidelijkheid werd onlangs aangepakt door een opvallende uitspraak van het Hof van Beroep.
EU Wetgeving als steunpilaar beleid in het VK
De zaak die ten grondslag ligt aan de uitspraak betreft de arrestatie van de eigenaren van de Britse CBD-winkel ‘Uncle Herb’, die werden aangeklaagd wegens schending van de ‘Misuse of Drugs Act’. De eigenaren wisten succesvol te betogen dat onder EU-wetgeving florale hennepproducten met een THC-gehalte onder de 0,2% niet als narcotisch worden beschouwd. Hiermee stelde het Hof van Beroep duidelijk dat deze producten niet vallen onder de categorie ‘narcotische drugs’. De juridische strategie die hierbij werd gehanteerd, werpt interessante vragen op over mogelijke toepassingen in andere Europese landen die tot nu toe terughoudend zijn geweest op het gebied van lage-THC hervormingen.
Deze uitspraak in het Verenigd Koninkrijk benadrukt eens te meer de achterhaalde en vaak tegenstrijdige aard van cannabisbeleid in Europa. Het dient als een herinnering dat een algehele herziening van het cannabisbeleid op Europees niveau dringend noodzakelijk is.
