In Middelburg, waar coffeeshops al dertien jaar afwezig zijn, heeft D66 het debat heropend over het toestaan van een coffeeshop. De aanleiding voor deze herziening is de opvallende toename van drugscriminaliteit in de stad, die inmiddels zelfs groter is dan in naburige Vlissingen en Goes, waar wel coffeeshops zijn gevestigd.
Toenemende drugscriminaliteit zet D66 aan tot hernieuwde discussie over coffeeshop in Middelburg
D66-fractievoorzitter Bas van der Reest benadrukte tegenover de PZC dat de aanwezigheid van coffeeshops elders heeft aangetoond dat ze de illegale straathandel verminderen en de stap naar harddrugs ontmoedigen.
Het voorstel heeft echter te maken met politieke weerstand, aangezien Middelburg sinds 2000 geen legale verkooppunten voor softdrugs heeft gehad.
Coffeeshops gevoelige kwestie in Middelburg
Het huidige linkse college in Middelburg, bestaande uit GroenLinks/PvdA, D66, LPM en CU, heeft tot nu toe de mogelijkheid van een coffeeshop afgewezen.
De stijging van drugscriminaliteit in de stad biedt echter een opening voor D66 om het debat te heropenen. Bas van der Reest heeft schriftelijke vragen gesteld aan het college van Burgemeesters & Wethouders om hun standpunt over de rol van coffeeshops bij het verminderen van drugsgerelateerde misdaden te peilen.
D66 zoekt naar oplossingen
Hoewel D66 geen specifieke voorkeur heeft voor het type verkooppunt, benadrukt Van der Reest dat het toestaan van coffeeshops een positieve impact zal hebben op het terugdringen van illegale handel en het ontmoedigen van de overstap naar harddrugs. Hij benadrukte ook dat het vergemakkelijken van toegang tot cannabis niet automatisch leidt tot een toename van het gebruik.
De discussie over het al dan niet toestaan van een coffeeshop in Middelburg blijft dus een controversieel onderwerp, dat afhankelijk zal zijn van de antwoorden van het college en waarschijnlijk opnieuw ter sprake zal komen in de gemeenteraad.
In juni vorig jaar werd er nog een plan ingediend voor een coffeeshop in Middelburg, maar dat was tevergeefs.