Coffeeshopondernemer Henry Dekker, eigenaar van vijf coffeeshops in Amsterdam en Mijdrecht, wordt niet gestraft voor het bezit van een voorraad van 46 kilo cannabis in zijn woning. Het gerechtshof heeft geoordeeld dat, ondanks de strafbaarheid van de handeling, strafoplegging geen redelijk strafdoel meer dient.
Principiële kwestie over bevoorrading coffeeshops
Dekker, eerder veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf, ging in beroep vanwege principiële redenen.
Hij betoogde dat de overheid geen werkbare richtlijnen biedt voor de bevoorrading van coffeeshops.
Volgens hem vertegenwoordigde de inbeslagname slechts enkele weken aan voorraad, noodzakelijk vanwege gebrek aan duidelijke regelgeving.
Vrijspraak in hoger beroep
Het gerechtshof benadrukte de betrouwbaarheid van Dekker als ondernemer met vergunde coffeeshops.
Het gerechtshof concludeerde: “Het hof is, gelet op al het voorgaande, van oordeel dat in deze zaak kan worden volstaan met de constatering dat de verdachte het strafbare feit heeft gepleegd en dat hij daarvoor strafbaar is, en dat met het opleggen van een straf of maatregel geen redelijk strafdoel meer is gediend. Het hof zal daarom bepalen dat geen straf of maatregel wordt opgelegd.”