Gisteren werd bekend dat de overgangsfase van het wietexperiment zal worden verlengd en de experimenteerfase pas later zal aanvangen omdat er niet genoeg telers klaar zijn en daarmee niet kan worden voldaan noch aan de kwantiteit, noch aan de kwaliteit (van met name de hasj). Vorige maand werd echter bekend dat Village Farms, voor 85% meerderheidsaandeelhouder in teler Leli Holland, opzettelijk het proces heeft vertraagd vanwege de onzekerheid rond het wietexperiment en het politieke klimaat.
Village Farms vertraagde opzettelijk, maar faciliteit in Drachten moet in Q4 operationeel zijn
De directeur, Orville Bovenschen, vertelde vorige maand aan Business of Cannabis: “We zijn dus heel voorzichtig geweest met hoe we ons geld uitgeven. We hebben iets langer gewacht om te zien wat er in het algemeen met de markt zou gebeuren, wat de Nederlandse overheid zou doen en of er iets mis zou kunnen gaan.”
Hij vervolgde: “We begrijpen heel goed dat deze dingen vaak politiek zijn. Soms verandert het politieke klimaat, en dan wordt het hele project stopgezet, vertraagd of gestopt.”
Hij legde verder uit dat Leli Holland dit jaar begon met de bouw van zijn kleinere faciliteit in Drachten, met een capaciteit van maximaal 2.500 kg gedroogde wiet per jaar, en hoopte tegen het vierde kwartaal van dit jaar operationeel te zijn, met een geschatte opbrengst van tweeënhalve ton per jaar.
De wiet die daar geproduceerd zal worden, zou in Q1 van 2025 in de coffeeshops moeten liggen.
Grotere tweede faciliteit pas klaar in 2026
Er wordt ook gewerkt aan een tweede, grotere faciliteit in Groningen, die de capaciteit zal hebben om op te schalen naar een opbrengst van tussen de 10 en 12,5 ton, afhankelijk van de marktvraag.
Iets dat an sich al opvallend te noemen is, want er is zover bij ons bekend niet één andere teler op te noemen die op twee locaties zal mogen produceren.
Verder zei de Michael DeGiglio, CEO van Village Farms, in een persbericht in juni: “Nederland is een kernonderdeel van ons groeiende internationale cannabisprogramma, dat zowel recreatieve als medicinale markten omvat. We kijken ernaar uit om voort te bouwen op ons ongeëvenaarde succes in Canada om hoogwaardige, innovatieve en veilige cannabisproducten bij te dragen aan het Nederlandse programma wanneer we begin volgend jaar de recreatieve markt daar betreden. Naast onze Nederlandse productie maken we gebruik van onze positie als een van de weinige Canadese producenten met EU-GMP-certificering voor andere bestaande Europese markten en nieuwe kansen naarmate deze zich ontvouwen.”
