Het Bundesverfassungsgericht (het grondwettelijk hof van Duitsland, afgekort BVerfG) heeft de ingediende voorstellen met betrekking tot het cannabisstrafrecht ongeldig verklaard liet het eerder deze week weten in een persbericht. Een teleurstelling voor zowel de cannabisliefhebbers als de politici van de stoplichtcoalitie. Het BVerfG ziet geen reden om zijn eerdere beslissing uit de jaren 90 te veranderen en handhaaft deze. Volgens het BVerfG ontbraken er overtuigende argumenten en voldeed de motivering van de richtervoorstellen niet aan de vereisten.
Kein "Recht auf Rausch“. Das @BVerfG hält an seiner #Cannabis-Rechtsprechung von 1994 fest und bezeichnet umfassende Richtervorlagen, u.a. von @Richter_Mueller , als "substanzlos“. Eine rundum bittere Entscheidung. #Weedmob #Legalisierung https://t.co/oPFzVWNcx8
— Hasso Suliak???? (@HassoSuliak) July 11, 2023
Geen steun van het grondwettelijk hof voor de decriminalisering van cannabis: “recht op roes” afgewezen
Het gerechtshof heeft ook bevestigd dat het “recht op roes”, gebaseerd op de algemene vrijheid van handelen, niet geldt voor het gebruik van drugs, zoals cannabis.
Het BVerfG wijst erop dat de verschillende behandeling van alcohol en cannabis in het strafrecht gerechtvaardigd is.
Het gerechtshof hecht daarnaast weinig waarde aan de ontwikkelingen in andere landen met betrekking tot de decriminalisering van cannabis.
Uitspraak betekent verder niet veel voor de legalisatie van cannabis in Duitsland
Het BVerfG heeft zich niet specifiek uitgesproken over de plannen van de coalitie om cannabis te legaliseren. Het gerechtshof benadrukte in het persbericht dat het aan de wetgever is om strafnormen aan te passen aan maatschappelijke ontwikkelingen.
Rechtspolitieke eisen voor een beter cannabisbeleid kunnen de beslissing van de wetgever niet in twijfel trekken, tenzij er nieuwe en overtuigende argumenten worden gepresenteerd, aldus het hof.