Grapperhaus maakt pijnlijke misser in beantwoording kamervragen manifest

Grapperhaus maakt een pijnlijke misser in de beantwoording van de kamervragen naar aanleiding van het manifest van de 36 burgemeesters. Ook heeft hij het over het wietexperiment en geeft zijn kijk op de legalisering van cannabis.

0

Eerder deze week werd de beantwoording gepubliceerd van minister van Justitie en Veiligheid Grapperhaus (CDA) op kamervragen van Barbara Kathmann en Attje Kuikjen (beiden PvdA) naar aanleiding van het manifest van de 36 burgemeesters dat onder andere oproept tot overgang tot cannabis legalisering. Daarin beging de minister ook een pijnlijke misser.

Grapperhaus maakt pijnlijke misser

Zo werd er als derde de vraag gestesteld: “Deelt u zijn (de burgemeester van Roosendal) mening “dat er meer mensen kapotgaan aan het beleid dat ons land heeft, dan aan softdrugs zelf”? Zo ja, hoe is het dan zover kunnen komen? Zo nee, waarom niet en kunt u begrijpen waar de noodkreet van deze burgemeester vandaan komt?”

Grapperhaus: Nee, het kabinet deelt dit standpunt niet. In het rapport Aanpak georganiseerde drugscriminaliteit, Een terugblik op 25 jaar beleid en uitvoering beschrijven de DSP-groep en Tilburg University hoe er sinds de jaren ’90 veel veranderd is in hoe we kijken naar drugscriminaliteit en de bestrijding ervan. Bij de invoering van het gedoogbeleid was de inschatting dat de achterdeur van coffeeshops voornamelijk zou worden bevoorraad door thuistelers. Dit was een misvatting, de wietteelt bleek een ontzettend lucratieve handel voor steeds professionelere criminele netwerken. Die netwerken breidden hun activiteiten uit en gingen zich ook op andere stoffen, zoals xtc en cocaïne, richten. De overheid reageerde door een specifieke aanpak per stof te ontwikkelen. Door de jaren heen werd duidelijk dat dit niet genoeg was. Drugscriminaliteit bleek samen te hangen met een aantal andere fenomenen en steeds meer misbruik te maken van legale structuren en processen, waardoor boven- en onderwereld met elkaar vermengden. Vanaf 2017 heb ik meer ingezet op brede maatschappelijke weerbaarheid als onderdeel van de aanpak, door de investering in regionale versterkingen uit het regeerakkoord van dit kabinet. De onderzoekers waarderen deze verbreding positief. In mijn brief van 4 oktober geef ik aan het reeds ingezette brede offensief structureel en steviger door te zetten.

Een ernstige fout, opgemerkt door de stichting Verbond voor Opheffing van het Cannabisverbod, op Twitter.

Zoals in de Tweet is beschreven, bestond er bij de invoering van het gedoogbeleid van 1976 nog helemaal geen thuisteelt. Als die er al was, stond die in de kinderschoenen. Destijds was er vrijwel alleen geïmporteerde hasj voorhanden. Als er al wiet werd gekweekt, leek dat meer op industriële hennep: niet iets wat kon concurreren met de buitenlandse hasj.

Grapperhaus vervolgt:

Grapperhaus: In die aanpak maak ik een onderscheid tussen harddrugs en softdrugs. Zo bezie ik in het Experiment Gesloten Coffeeshopketen of het mogelijk is om de coffeeshops op een veilige, legale manier te bevoorraden. Lijst 1-middelen (harddrugs) zijn middelen met een onaanvaardbaar risico voor maatschappij en volksgezondheid – daarvoor kan van (experimenten met) regulering geen sprake zijn. Ik ben benieuwd naar de uitkomsten van het experiment. Wel maak ik daarbij de opmerking dat in mijn ogen legalisering van softdrugs niet dé oplossing zal zijn voor alle grote problemen die gepaard gaan met de georganiseerde drugscriminaliteit. Om de negatieve gevolgen van dit fenomeen het hoofd te bieden is, zoals in mijn brief van 4 oktober geschetst, een brede aanpak nodig, met aandacht voor o.a. preventie en het in kaart brengen van criminele geldstromen

Tsjah, het zal inderdaad niet alle grote problemen oplossen. Maar tussen de regels door kan je lezen dat hij de legalisering van cannabis wel een deel van de problemen gepaard met de georganiseerde drugscriminaliteit zal oplossen.

Grapperhaus over het legaliseren van cannabis

Als we de kamervragen verder doorspitten, komen we bij de beantwoording van vraag vijf en zes weer de legalisering van cannabis tegen, als Grapperhaus reageert op het punt uit het manifest dat oproept to de legalisering van cannabis. Daarover zegt hij namelijk het volgende.

Grapperhaus: Ten aanzien van het punt ‘Legaliseer softdrugs’ stel ik vast dat de analyse uit het manifest gedeeltelijk herkenbaar is, maar dat ik deze niet geheel kan delen. Immers, zolang in het overgrote deel van Europe en de wereld hennep en hasjiesj niet legaal zijn, en de Nederlandse drugsindustrie voor een groot gedeelte op de export is gericht, kan legalisering het verdienmodel voor criminele drugsproducenten niet geheel wegnemen. Tegelijkertijd is het duidelijk dat in Nederland een onlogische situatie is ontstaan, waarbij de verkoop van hennep en hasjiesj in coffeeshops wordt gedoogd, maar de toelevering illegaal is. Daarom beziet het kabinet door middel van het Experiment Gesloten Coffeeshopketen of het mogelijk is om in Nederland de volledige coffeeshopketen te legaliseren, en wat de effecten daarvan zijn. Op grond van de uitkomsten van het experiment kunnen keuzes worden gemaakt overde toekomst van het Nederlandse softdrugsbeleid. De suggestie om – vooruitlopend op de uitkomsten van het experiment – softdrugs te legaliseren, vind ik geen oplossing bieden. Mijn inschatting is dat het risico zeer groot is dat de georganiseerde criminaliteit haar activiteiten dan gewoon voortzet in de op dat moment gelegaliseerde teelt, waarbij bonafide kwekers geen eerlijke kans krijgen door oneerlijke concurrentie en intimidatie. Bij legalisering van softdrugs zonder verdere voorwaarden zou de kans mijns inziens groot zijn dat we de huidige problemen importeren, terwijl de mogelijkheden om georganiseerde criminaliteit in de wietteelt aan te pakken worden verminderd. Daarom vind ik het belangrijk om eerst de uitkomsten van het experiment af te wachten.

Tsjah, het is ook niet zo dat de illegale groodschalige teelt ineens verdwijnt bij de legalisering van cannabis. Maar zoals we uit Canada kunnen leren, neemt het marktaandeel van de zwarte markt wel met rasse schreden af. Zo werd er in de eerste helft van 2021 voor omgerekend zo’n 1,55 miljard euro verkocht aan legale cannabis in Canada. Dat de terwijl de uitgaven op de zwarte markt geraamd worden op rond de 1 miljard euro, 36% minder dan op de legale markt. Daarmee is toch alweer een flinke winst geboekt ten opzichte van 2020.

Als je het mij vraagt, is iedere cent die wordt uitgegeven op de legale markt in plaats van de zwarte markt, winst.

Om de volledige beantwoording te lezen ga je naar de website van de Tweede Kamer om de PDF te downloaden.