De Amsterdamse VVD heeft haar verbazing geuit over het uitblijven van boetes na de invoering van het blowverbod in de oude binnenstad. Sinds 25 mei geldt het verbod op bekende locaties als de Wallen, de Dam, het Damrak en de Nieuwmarkt, waarbij bij een tweede waarschuwing een bekeuring volgt. Echter, fractievoorzitter Claire Martens – America trekt de doeltreffendheid van dit beleid in twijfel, vooral gezien de voornamelijk toeristische doelgroep die wordt aangesproken.
Registratie van waarschuwingen en effectiviteit van handhaving onderzocht
In een schriftelijk verzoek aan het college van burgemeester en wethouders stelt Martens – America vragen over het handhavingsbeleid.
Ze vraagt zich af of de politie of handhavers waarschuwingen registreren en hoe zij kunnen vaststellen of een persoon eerder gewaarschuwd is.
Met boetes die pas bij een tweede waarschuwing worden opgelegd en toeristen die vaak slechts kort in de stad verblijven, werpt de VVD-fractievoorzitter de vraag op of het blowverbod daadwerkelijk effectief en doeltreffend is.
Amsterdams imago en bewonersoverlast onder de loep genomen
Martens – America benadrukt dat het verminderen van het imago als drugshoofdstad een prioriteit moet zijn voor Amsterdam. Het blowverbod is ingevoerd vanwege ‘aanhoudende overlast voor bewoners’. De VVD-fractievoorzitter wil weten of er al gesprekken hebben plaatsgevonden met bewoners om te peilen of de overlast daadwerkelijk is afgenomen. Daarnaast vraagt de partij naar het aantal extra ingezette handhavers om naleving van het verbod te waarborgen.
Het college van burgemeester en wethouders heeft vier weken de tijd om de gestelde vragen te beantwoorden en inzicht te bieden in de effectiviteit en handhaving van het blowverbod in de binnenstad van Amsterdam.
