De Raad van State heeft afgelopen 29 november uitspraak gedaan in een zaak rondom Fyta Company B.V. af, nadat eerder een ontheffing op grond van de Opiumwet werd geweigerd. FYTA namelijk had een aanvraag ingediend om medicinale cannabis te telen en te exporteren naar Duitsland, maar dat werd afgewezen door de rechtbank, in hoger beroep en nu dus ook door de Raad van State.
API-registratie gewijzigd na bezwaar FYTA
In het procesverloop werd duidelijk dat FYTA in haar bezwaar tegen de afwijzing van de ontheffing ook een API-registratie op grond van de Geneesmiddelenwet nastreefde.
Na een langdurig proces, inclusief een schorsing van het onderzoek, heeft de minister uiteindelijk de API-registratie aangepast op 8 augustus 2023.
FYTA en de minister zijn het hierover eens, maar het hoger beroep ging nog verder over de weigering van de ontheffing.
Beoordeling door de Afdeling en conclusie
De Raad van State geeft in haar overwegingen aan dat FYTA niet in het gelijk wordt gesteld.
De uitspraak benadrukt dat de Opiumwet en de Geneesmiddelenwet naast elkaar kunnen bestaan en dat de minister terecht de ontheffing heeft geweigerd.
FYTA’s argumenten over de toepassing van de Richtlijn en het vrije verkeer van goederen worden door de Raad van State afgewezen, en de minister handelde volgens de uitspraak in lijn met de wet.
Fyta wel klaar voor wietexperiment
Wat dus niet lukte voor medicinale cannabis, is wel gelukt met hun deelname aan het Experiment gesloten coffeeshopketen.
Fyta was de eerste teler die klaar was, wil dan ook een schadevergoeding van de overheid voor de uitstel die hun miljoenen kostte, en zal een van de eerste drie telers zijn die klaar zal zijn voor de start van de aanloopfase in Breda en Tilburg op 15 december aanstaande.