In Roermond heeft een langdurig conflict betreffende de exploitatievergunningen voor twee coffeeshops een nieuw hoofdstuk bereikt. De burgemeester van Roermond tekende hoger beroep aan tegen een uitspraak van de rechtbank Limburg in maart 2021, waarin werd geoordeeld dat de vergunningen voor coffeeshops niet beperkt mogen worden tot een duur van vijf jaar. Morgen doet de Raad van State uitspraak, die een precedent kan scheppen.
Update, 13 september: Landelijke coffeeshopbond PCN betreurt uitspraken Raad van State over coffeeshops
Overlast en schaarste: achtergrond van het conflict
De kern van het geschil draait om de exploitatievergunningen van twee coffeeshops in Roermond. Omwonenden hebben herhaaldelijk geklaagd over overlast veroorzaakt door deze coffeeshops, wat de burgemeester ertoe bracht een maximum van twee coffeeshops in de stad in te stellen. Dit beleid, gericht op het beperken van overlast, heeft volgens de burgemeester geleid tot het ontstaan van schaarste en de noodzaak om gelijke kansen te bieden bij het verlenen van nieuwe exploitatievergunningen.
Hoewel de burgemeester in 2019 de vergunningen voor de twee coffeeshops verleende, was dit nieuwe beleid nog niet van kracht. In anticipatie op het beleid werd echter wel in de vergunningen opgenomen dat deze slechts voor een beperkte duur geldig zouden zijn. De exploitanten van de coffeeshops waren echter van mening dat de burgemeester de vergunningen voor onbepaalde tijd had moeten verlenen en gingen daarom in beroep bij de rechtbank Limburg.
Rechtbank vs. burgemeester: oordeel van maart 2021
In maart 2021 velde de rechtbank Limburg haar oordeel, waarin werd gesteld dat de burgemeester de duur van de vergunningen niet had mogen beperken tot vijf jaar.
De rechtbank beargumenteerde dat de exploitatievergunningen niet als zogenoemde schaarse vergunningen kunnen worden beschouwd, omdat deze niet de verkoop van softdrugs toestaan, wat strijdig is met de Opiumwet.
Toekomst coffeeshops op het spel, zaak kan precedent scheppen
Ondanks de uitspraak van de rechtbank, blijft de burgemeester vasthouden aan zijn standpunt. Hij betoogt dat de gedoogverklaring voor de verkoop van softdrugs onlosmakelijk is verbonden met de exploitatievergunning voor een coffeeshop, en dat dit dus één enkel document is. Aangezien er slechts ruimte is voor twee coffeeshops in de gemeente, bestaat er volgens hem schaarste, waardoor de exploitatievergunning, inclusief de gedoogverklaring, niet voor onbepaalde tijd mag worden verleend.
De zaak werd op 27 maart 2023 behandeld door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en zal morgen, 13 september 2023, worden gepubliceerd.
De uitspraak wordt met grote belangstelling afgewacht, aangezien deze een precedent kan scheppen voor vergelijkbare zaken elders in Nederland. Zo gaf de gemeente Eindhoven bijvoorbeeld eind vorig jaar aan de afspraak af te wachten vooraleer er meer coffeeshops komen.
De Raad van State doet morgen overigens ook uitspraak in de Apeldoornse zaak over schaarse vergunningen voor coffeeshops.