Afgelopen week werden er weer antwoorden op kamervragen over het initiatiefwetsvoorstel gesloten coffeeshopketen, kortweg ook wel Wietwet genoemd, gepubliceerd. Inmiddels heb ik de vragen en antwoorden doorgespit op zoek naar relevante, nieuwe inzichten. Helaas is het weer om te janken.
Meestal is het namelijk wel een leuke bezigheid om antwoorden op kamervragen door te spitten op zoek naar een nieuwtje voor deze website, maar die bleken in dit geval afwezig.
Inhoud kamervragen en antwoorden van 8 maart over initiatiefwetsvoorstel gesloten coffeeshopketen (Wietwet)
In het elf pagina’s tellende document werden vragen beantwoord van de fracties van GroenLinks, VVD, D66, PVV en PvdA door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Ernst Kuipers (D66) en de minister van Justitie en Veiligheid, Dilan Yeşilgöz-Zegerius.
De vragen en antwoorden werden onderverdeeld in zeven verschillende hoofdstukjes, namelijk:
- Inleiding (die niet in werd gevuld)
- Relatie met het experiment gesloten coffeeshopketen
- Verschillende stelsels
- Draagvlak
- (Verdeling van) aanpak en uitvoering
- Internationale dimensie
- Overige aspecten
In het kort belicht ik enkele antwoorden hieronder en voorzie ze van commentaar.
Relatie met het experiment gesloten coffeeshopketen
Zo beantwoorden ze in hoofdstuk 2 voornamelijk vragen van GroenLinks, onder andere over wanneer de evaluatie en afronding kan worden verwacht. Daarop was het antwoord:
In de brief van 4 november is opgenomen dat we ernaar streven om in de loop van de tweede helft van 2022 te starten met de overgangsfase. Deze fase vormt het sluitstuk van de voorbereidingsfase van het experiment en zal aanvangen vanaf een door de betrokken Ministers bij besluit vastgesteld tijdstip nadat zij hebben vastgesteld dat de kwaliteit en diversiteit van de door de aangewezen telers geproduceerde hennep en hasjiesj voldoende is en aan alle voorwaarden die belangrijk zijn voor de geslotenheid van de keten is voldaan. De overgangsfase voorziet er in dat telers, coffeeshophouders en consumenten geleidelijk over kunnen gaan op het nieuwe aanbod van hennep en hasjiesj. Na die fase zal de uitvoeringsfase van het experiment oftewel het experiment van start gaan. Het experiment heeft op grond van artikel 4, eerste lid, van de Wet experiment gesloten coffeeshopketen, in beginsel een looptijd van vier jaar na de aanvangsdatum van de uitvoering van het experiment heeft en het verslag van de evaluatie van het experiment moet op grond van artikel 11, derde lid, van die wet uiterlijk acht maanden voor het tijdstip waarop de uitvoering van het experiment eindigt, worden opgeleverd.
Dat blijft op zich toch wel bijzonder dat ze nog steeds verwachten nog dit jaar te starten met de overgangsfase, terwijl iedereen waarmee we in contact staan die deelnemen aan het wietexperiment, zweren dat het onmogelijk nog dit jaar zal gebeuren.
Wel lieten ze weten dat door de opname van een ‘extra grote stad’ in het regeerakkoord, ze op dit moment bekijken of de planning niet moet worden aangepast. Mogelijk sorteren ze hier dus al voor op wederom, onvermijdelijk, uitstel.
Nu in het coalitieakkoord 2021 – 2025 ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’ is opgenomen dat het experiment wordt uitgebreid met een grote stad en het kabinetsstandpunt over het evaluatieverslag in 2024 aan de Tweede Kamer en de Eerste Kamer wordt gezonden, bezien we op dit moment de gehele planning. Indien meer bekend is over de planning wordt uw Kamer daarover geïnformeerd.
Ook lieten ze weten dat het vallen van het kabinet en de lange formatie geen rol heeft gespeeld in de traagheid van het wietexperiment:
In reactie op deze vragen merken wij op dat noch de demissionaire status van het kabinet noch het formatieproces van een nieuw kabinet invloed hebben gehad op de voortgang van de werkzaamheden die ter voorbereiding van het experiment dienen en op het beoogde startmoment van de overgangsfase van het experiment.
Er wordt gerept dat er wel eens halverwege het experiment over kan worden gegaan op het landelijk uitrollen van het wietexperiment zoals het initiatiefwetsvoorstel gesloten coffeeshopketen origineel voor ogen had. Maar dat wuiven ze weg:
In de hiervoor gestelde vraag van deze leden hebben we een aantal voorbeelden genoemd die illustreren dat het initiatiefwetsvoorstel en de Wet experiment gesloten coffeeshopketen wezenlijk in uitgangspunten en systematiek van elkaar verschillen en niet met elkaar te verenigen zijn. Gelet daarop en gelet op de Europese regelgeving en de internationale verdragen is het naar de mening van de regering niet mogelijk en ook niet verdedigbaar om het in het initiatiefwetsvoorstel voorgestelde regime voor telen en verkopen van hennep en hasjiesj parallel aan het experiment in het gehele land in te voeren.
In antwoord op een vergelijkbare vraag, gaan ze hier nog wat dieper op in:
Als direct na de vervaldatum van het experiment als tussenoplossing de initiatiefwet en de daarop gebaseerde regelgeving zouden worden ingevoerd en als gevolg daarvan direct een volgend wettelijk regime gaat gelden, wordt feitelijk vooruitgelopen op het resultaat van de evaluatie van de opgedane kennis over en inzicht in de effecten die het experiment hebben opgeleverd voor de volksgezondheid, criminaliteit, openbare orde en veiligheid en overlast en mist daarom fundering.
Wetenschappelijk, kan ik dat ook wel begrijpen. Als consument, liefhebber, activist en eigenaar van deze website, is dat begrip uiteraard wat minder aanwezig om het maar licht uit te drukken.
Verschillende stelsels
Op een vraag van D66 over waarom het allemaal zo lang duurt, lieten ze weten in de beantwoording:
(…)voortgang van de werkzaamheden in de voorbereidingsfase van het experiment onder meer is beïnvloed door de voortgang van de zogeheten Bibob-toetsen (dat zijn de toetsen op grond van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur). Dit proces heeft de nodige tijd gekost.
De volgende twee hoofdstukken waren minder interessant, met onder andere alleen vragen van de VVD en PVV die werden beantwoord. En dus skip ik naar hoofdstuk 6 Internationale dimensie.
Internationale dimensie
Over een vraag van de VVD met betrekking tot de Internationale VN Verdragen, lieten ze onder andere weten in de beantwoording:
Een aantal landen zet of heeft al stappen gezet in dezelfde richting als Nederland. Uruguay, Canada, Mexico en een groeiend aantal staten van de VS zijn hier voorbeelden van. De Commission on Narcotic Drugs van de Verenigde Naties heeft tot nu toe naar aanleiding van geen van deze ontwikkelingen formele stappen ondernomen.
Dat punt maakten we al langer. Er zijn inderdaad in die landen nog steeds geen blauwhelmen binnen gevallen…
Afsluitend waren er nog een aantal vragen rondom Biodiversiteitsverdrag van de Verenigde Naties en of we als Nederland daar ook met cannabis ons niet aan moeten houden. Maar
Het Biodiversiteitsverdrag van de Verenigde Naties dat door 196 landen is ondertekend waaronder Nederland, bevat geen rechtstreekse verplichting voor Nederland om de genetische biodiversiteit van cannabis, waaronder hasjiesj en (vezel)hennep vallen, in stand te houden.(…)Ten aanzien van cannabis is dat niet aan de orde, omdat cannabis in Nederland geen inheemse soort is.
De bovenstaande vraag kwam via GroenLinks, die ook vroegen of de regering naar het Zuid-Afrikaanse ‘Cannabis Master Plan’ had gekeken. Maar helaas, dit was het antwoord:
De regering beschikt niet over officiële informatie over de plannen van de Zuid Afrikaanse regering ten aanzien van de teelt van cannabis. Volgens informele bronnen lijkt de ontwikkeling van deze plannen vooral voort te komen uit economische motieven en verschilt daarmee sterk van de doelen die met het experiment gesloten coffeeshopketen worden nagestreefd.
Afsluitend
Afsluitend kan ik wel stellen dat de beantwoording weinig hoop biedt en we het zover ik kan opmaken uit de kamervragen en beantwoording, we het toch echt met het experiment gesloten coffeeshopketen moeten doen en de invoering van de Wietwet toch echt nog wel minimaal vier, vijf jaar op zich zal laten wachten…