LONGREAD: Analyse over wietexperiment assortiment (Deel 2)

Een uitgebreide analyse over de aanvraag teeltlicentie wietexperiment en de assortiment keuzes door Jef Martens, die meehielp aan een aanvraag. Jef is een onafhankelijk adviseur met als specialisaties bedrijfs architectuur, analyse met vertaling naar specifacties en procesontwerp.

0
aanmelding wietproef wietexperiment experiment gesloten coffeeshopketen assortiment jef martens analyse wietproef loting project c
- Advertentie -

De tweede helft van deel twee van deze serie artikelen over de wietproef, ook wel bekend als wietexperiment en ‘experiment gesloten coffeeshopketen’, gaat over het assortiment. Een beladen onderwerp zult u lezen, heel begrijpelijk dat de helft van de invullers van onze enquête interesse toonde in een vervolg artikel over het assortiment. Zoals ook genoemd in de eerste helft, dit artikel is een echte ‘longread’. In mijn optiek verdient een serieus experiment ook serieuze aandacht.

In dit artikel behandelen we de verschillende onderwerpen die invloed hebben op het samenstellen van het assortiment en het terechte ‘faillissement van de nederhasj’ zoals Derrick Bergman dit noemt. Ik behandel niet de keuzes die het bedrijf heeft gemaakt waar ik mee werk, wel wat je zou kunnen verwachten op de markt en welke complexiteiten dit kent. Ook behandelen we de verschillende zienswijzen op dit onderwerp, als consument, als winkeleigenaar, als producent en als marktfacilitator (de overheid) en diens handhavers (Voedsel en Warenautoriteit, Politie en andere inspecteurs zoals BOA’s).

Producenten

Voor de producenten zijn er ook enkele onderwerpen die effect hebben op het assortiment. Ook voor dit model kan ik omwille van de uitgebreidheid niet alle onderdelen helemaal uitdiepen, maar geef ik wel de belangrijkste onderwerpen voor de overweging mee. In mijn optiek zijn dat bedrijfsfilosofie, productietechniek en verwerkingsmogelijkheden. Bedenk ook nog drie grote factoren die op de achtergrond meespelen: status van het experiment, terugverdientijd, ontwikkelingen gedurende het experiment.

Drie invloeden in de context van investeerdersrisico

Risicoprofiel

Om met de laatste drie factoren te beginnen: allen hebben te maken met het risicoprofiel van de investeringen die gedaan moeten worden. De status van het experiment omvat het begrip dat op enig moment de rijksoverheid het experiment kan afbreken of onderbreken. Dit heeft (of zou moeten hebben) een sterke invloed op het gekozen productieontwerp van de producent.

De status van het experiment omvat het begrip dat op enig moment de rijksoverheid het experiment kan afbreken of onderbreken

Het risicoprofiel van de investeerder zie je bijvoorbeeld terug bij de Autoriteit Financiële Markten. Deze toezichthouder verplicht bij advertenties voor financiële producten altijd een indicatie aan te geven van het risico van het product. Daarbij wordt een schaal van 1 tot 7 aangehouden, van kleiner risico met lager rendement en hoog risico met navenant hoger rendement.

Daarnaast zijn er ook investeringen mogelijk zonder toezicht van de AFM. Dit is bijvoorbeeld voor de investeerders van Project C van toepassing. Maar ook voor de reguliere financierders van de diverse projecten zal dit zonder toezicht gebeuren van de AFM. 

essentiële beleggersinformatie Als je weet dat theoretisch op ieder moment de stekker uit het experiment getrokken kan worden of dat de vergunning vervalt om enige reden, loop je dus een flink risico als investeerder. Een hoog rendement is dan niet vreemd. 

Wat is dan een hoog rendement zul je je afvragen? De beurs heeft tot nu toe op de langste termijn gemiddeld tegen 6% rendement gepresteerd. Al hoeven banken virtueel niets te betalen op de markt in 2020 voor het aantrekken van geld, bedrijven betalen nog steeds tussen de 1% en 14% over hun lening. Dit scheelt amper iets in het geval van variabele rente (2% en 13,5%). Voor een private financiering zul je dan vaker uitkomen tegen de 10% en hoger.

Hoge financieringskosten drukken de wil om te experimenteren. Het voert ook de druk op om grotere, homogenere batches te gebruiken in de productie. Een kleiner assortiment is dan verwacht.

Terugverdientijd

Parallel daaraan loopt ook de algehele terugverdientijd, wanneer het experiment de geplande 4 jaar loopt. Niet alle soorten commerciële partijen kunnen zich de grote gok veroorloven om tenminste de productielocatie of investering daarin niet terug te verdienen. 

Dat zou wellicht bijvoorbeeld de motivatie kunnen zijn van een partij als CannNext die inzetten op industriële kweek know-how commercieel maken. Zo kunnen zij met een onderzoek licentie toch deelnemen in de markt en houden de investering overzichtelijk.

[ik verwacht] dan ook dat de volledige investering terugverdiend moet worden binnen de looptijd van het experiment

Voor de deelnemers van het experiment verwacht ik dan ook dat de volledige investering terugverdiend moet worden binnen de looptijd van het experiment. Dit is relevant en ook lastig voor de overheid. Bijvoorbeeld mag je normaliter niet zo snel een gebouw afschrijven, of machines afschrijven. Leaseconstructies zullen dan ook normaal zijn in de opbouw van de kosten.

Dit gaat er wellicht voor zorgen dat er hogere kosten zijn dan beslist noodzakelijk in een neutrale markt. De race naar de CAD$1/gram zoals in Canada is in Nederland dus nog lang niet aan de orde. Dit duwt de kostprijs omhoog en zorgt dat uitval zo klein mogelijk moet zijn. Uitval beperk je door voorspelbaar te produceren. Ook daardoor dus weinig assortimentswijzigingen.

Ontwikkelingen tijdens het experiment

Als laatste overweging is er dan ‘de ontwikkelingen tijdens het experiment’. Dit kun je heel breed interpreteren; ik beperk me nu even naar een complete verschuiving van vraag en aanbod door tekorten en overschotten. 

Wanneer er een legale cannabisberg ontstaat of juist een tekort, om welke reden dan ook, dan heeft dit effect op het assortiment. Te smal of te breed is dan een probleem, niet alleen in variëteiten (strains) maar ook in breedte van het aantal verschijningsvormen (25 soorten cannabis, 10 soorten hasj, 10 soorten edibles, 20 soorten voorgedraaide joints etc. bij 1 producent).

Zeker in de eerste periode is daarom een beperkt assortiment te verwachten en is de kans op een Amnesiaberg aanwezig. Een laatste reden waarom dit mogelijk is, is terug te vinden in de vraag/antwoordsessie van de gemeenten en de rijksoverheid. Daarin werd nog maar eens bevestigd dat ook in de aanloopperiode en/of productieperiode er redenen kunnen zijn om een licentie in te trekken en onduidelijk is of een nieuwe producent wordt aangewezen.

Drie onderwerpen voor producenten

Bedrijfsfilosofie

De producenten die zich kenbaar hebben gemaakt schilderen een algemeen beeld: ze willen een bijdrage leveren aan kwalitatieve goede cannabis, een veilig product, een breder profiel aan soorten en productvormen, al dan niet met een charitatieve inborst. 

De bedrijfsfilosofie heeft daarom invloed op wat het assortiment gaat worden

In principe zijn er enkele bedrijfsfilosofische punten te noemen: idealisme voor het product, investeerders voor het gewin in een nieuwe exclusief gereguleerde markt (5 krachtenmodel van Porter), verdieping/verbreding van het product(ie)portfolio (veredelaar, shop, farmaceut of consumentenorganisatie gaat kweken).

De bedrijfsfilosofie heeft daarom invloed op wat het assortiment gaat worden. Het type plant dat wordt gekweekt, de techniek en grondstoffen die gebruikt wordt en de eindproducten die daarvan gemaakt worden.

Productietechniek

De bedrijfsfilosofie heeft effect op de inrichting van de productielocatie. We zien dit ook terug in de vragen en antwoorden die openbaar gemaakt zijn. Er is een partij geïnteresseerd (geweest?) om een buitenkweek te starten; in mijn optiek wordt dat erg lastig verenigbaar met continue garanties qua kwaliteit en minimaliseren van schadelijke middelen (toprot, schimmels). 

Of juist toch voor een breed assortiment met exclusievere en moeilijkere (gevoeligere) soorten van 110 dagen bloei?

Maar ook andere elementen hebben effect op het assortiment, zoals de grootte van de kweekruimten, stekken en moederplantenbeheer, belichtingstechniek (zon, kunst, aanvullend, lichtschema’s), luchtsystemen, plaatsing van planten (veel bij elkaar, getopt en getraind in een Sea of Green, gestapeld, etc.), medium, voedingsmiddelen en bestrijdingsvarianten.

Naast de technieken en inrichting is er dan nog de genetica van de planten, afgestemd op de marktvraag voor een assortimentsbepaling. Snel afbloeien voor meer oogsten per jaar met 55 bloeidagen? Of juist toch voor een breed assortiment met exclusievere en moeilijkere (gevoeligere) soorten van 110 dagen bloei? Eenmalige run met autoflowers? Of juist eindeloos doorstekken met enkele topmoeders, het zou allemaal kunnen.

Verwerkingsmogelijkheden

Als je dan eenmaal een mooie set planten hebt gekweekt komt de volgende keuze; die van de verwerking. Ook weer aan de bedrijfsfilosofie gerelateerd ga je voor handmatig of gemechaniseerd trimmen en knippen? Ga je voor volume (veel verkoop) of marge (hoge verkoopprijs)? 

Ga je voor volume (veel verkoop) of marge (hoge verkoopprijs)? 

Bied je opties voor winkels zoals verkoop per gewicht, verkoop op consumentenprijs, varianten daarbinnen (0,5-5 g verpakkingen, €5-€100 verpakkingen, voorgedraaide in eigen verpakking, verschillende bestaande edibles (spacecake, brownies, lolly), nieuwe edibles (luxe cake en taart, chocolade, pralines, gummibeertjes, etc.) invloed op assortiment, exclusief assortiment, nieuwe productgroepen (moonrocks, vape cartridges). 

Ook hierin zijn nog enkele grote vraagtekens, gerelateerd aan de marktfacilitator (wet- en regelgeving, uitwerking en uitvoering daarvan), voornamelijk rondom de definities van hard- en softdrugs met betrekking tot extractiemethoden binnen de toegestane productiemethoden van eindproducten en halffabricaten en mogelijke verkoop van halffabricaten.

Conclusies producenten en waarschuwingen

De drie eigenschappen alleen al, samen met de drie factoren, bij elkaar zorgen ze voor een zeer uitgebreid model zoals je kunt begrijpen. Dit model toont ook dat het moeilijk is om een uitgewogen balans van eigenschappen te vinden die invloed hebben op het gevoerde assortiment. 

Het assortiment is voornamelijk terug te brengen naar ondernemerschap en risicoprofiel

Het assortiment is voornamelijk terug te brengen naar ondernemerschap en risicoprofiel; hoeveel risico durf je aan en hoe goed denk je als producenten dat je de eindklant (consument) en klanten (winkels) kent? Welk deel van de markt ga je bedienen? 

De kleine winkeltjes met vaste klanten met vaste contracten, White Widow kwekend in een bulkopstelling onder glas? Of juist een nichespeler met een heel breed assortiment die aanvullend is op de standaardvraag naar White Widow en Amnesia? Of een mengvorm?

Misschien is het daarom in het belang van de gehele markt en de betrokken partijen om gedurende het wietexperiment niet alléén maar vraag en aanbod deze gehele markt te laten invullen. Elke producent zit niet te wachten op een Amnesiaberg met een marge verwaterend effect. 

Daarmee verknal je de markt voor de winkels en de consumenten. In het extreemste geval kost straks een grammetje Amnesia €4,- en is het waterbed effect voor producenten en winkels zodanig dat de kleine 80 coffeeshops de landelijke vraag bedienen, de winkels onevenredig veel omzet daarop draaien, de kwaliteit omlaag gaat (het wordt toch wel verkocht) en het zwarte/grijze circuit geen raad weet met de voorheen redelijk voorspelbare afzet.

In het geschetste scenario komen de producenten niet uit hun kosten(…)

In het geschetste scenario komen de producenten niet uit hun kosten, concurreren de coffeeshops binnen het experiment met de controlegemeenten en ver daarbuiten, heeft de consument weinig te kiezen en moet het doen met een matig product. 

Het omgekeerde is ook mogelijk. Wanneer er veel verscheidenheid is in de markt en het normaal wordt om 20-30 soorten en per soort 1-3 verschillende verschijningsvormen te krijgen, dan zul je een aanzuigende werking krijgen. Gelukkig heeft de klant in de regio van een experimentgemeente dan een goed en hoogwaardig product en veel keuze.

Verder is het mogelijk dat bestaande coffeeshops ook opeens een assortimentsverbreding moeten gaan toepassen om concurrerend te zijn. In het ergste geval zorgt dat voor een scenario van ongeteste, ondermaatse / afgekeurde cannabis smokkel vanuit Canada of de VS om hier het assortiment op te krikken.

Marktfacilitator

De marktmaker, de partij die alles mogelijk maakt door wet- en regelgeving of spelregels binnen het wietexperiment op te stellen. Welke aspecten zijn belangrijk? Voornamelijk de sturende rol van de overheid. 

de partij die alles mogelijk maakt door wet- en regelgeving of spelregels binnen het experiment op te stellen

De sturing zit in handhaving en controle, marktontwerp en beleidsvorming inclusief reactievermogen. Op dit moment wordt veel aandacht besteed aan enkel het eerste aspect. Een defensief uitgangspunt, welk een effectieve marktwerking sterk belemmert hebben we gemerkt tijdens de aanvraagprocedure

Als ik het moet vergelijken vanuit de veranderingsleer (change management) is er gevraagd om met een minimale aanpassing van het huidige model een gesloten keten te maken; een huidige, ‘as-is’ of ‘ist’ situatie minimaal ombuigen naar een toekomstige, ‘to-be’ of ‘soll’ situatie.

Handhaving en controle

De opdracht voor de commissie Knottnerus is gericht geweest op het voorkomen van lekstromen en het opstellen van een vorm van een experiment welke meetbaar is en te handhaven valt. Daar is wat ruimte in meegegeven, maar in bedrijfskundig opzicht sterk beperkt geweest. Overigens in de wereld bestuurskunde is de opzet zeker niet verkeerd; een gebruikelijke gang van zaken. Ik ben echter van mening dat er een meer multidisciplinair team de situatie en het speelveld had moeten opzetten.

Ik ben echter van mening dat er een meer multidisciplinair team de situatie en het speelveld had moeten opzetten

In de praktijk is echter het uitwerken van een experimentele opstelling met inachtneming van alle gevoeligheden zoals, politieke stromingen, (inter)nationale en (inter)regionale afspraken en verdragen een flinke klus. Laat ik vooropstellen dat het inzetten van een experiment tenminste een moment van inertia heeft overwonnen; ik ga niet verder hier in op de timing en geschiktheid van het proces en diens resultaten tot zover.

Aldus, een uitgangspositie van Handhaving en Controle. Alle actoren hebben, rijp en groen hun inzet en inbreng gegeven. Dat levert mogelijke conflicten op; we zien al een hele moeilijke situatie ontstaan binnen het experiment: de overheid eist neutrale verpakkingen zonder wisselende eigenschappen (bijvoorbeeld een venster/doorzichtig stuk), politie wil een transparante verpakking zodat gezien kan worden wat er in de verpakking zit, tenminste 1 burgemeester (van Arnhem) wil van rondslingerende zakjes af en consumenten willen kwalitatieve cannabis in een antistatische verpakking, verder moet deze neutraal zijn in geur, alle verpakkings- en informatieve eisen doorstaan en bij voorkeur in een geautomatiseerd verpakkingsproces te gebruiken zijn voor de producenten. O ja, en die moet ook eens klein en handzaam zijn voor opslag en transport, het liefst kindveilig afgesloten. PONY!!1!een!

(Even op adem komen hoor!)

Zie daar; een kenmerk van een infantiele (nee, niet kinderachtige) status van een markt

Zie daar; een kenmerk van een infantiele (nee, niet kinderachtige) status van een markt. Als specificaties onderling bijtend zijn, zich niet versterken in hun opzet, is dat een kenmerk van een onrijpe set van specificaties. Je kunt dit beter stroomlijnen als je een soort boom of structuur maakt van de verschillende aspecten die je met je oplossing moet bereiken. Vanuit verschillende invalshoeken stel je de op prioriteit gestelde punten op waaraan onderwerpen moeten voldoen. Bij conflicten is duidelijk door de prioritering welk onderwerp weggestreept moet worden om zo het hoogste nut bij te dragen aan de gestelde doelen. In mensentaal: je maakt verschillende lijsten en bepaalt wat je belangrijker vindt, prijs of kwaliteit, veiligheid, voorlichting, herkenning voor uitvoerende ambtenaren, etc. en maakt heldere eisen bekend.

Even kort terug naar het rapport van de commissie: daarin is een duidelijke structuur gevolgd en een best-effort gegeven (beperkt door) de doorlooptijd tot aan het moeten opleveren van een werkbaar eindproduct. De structuur is geënt op het bekijken welke processen er in de keten zijn (productie, distributie en verkoopt), welke actoren welke rol vervullen (teler, transporteur, verkoper) en welke handhaving en controlepunten er zijn. Deze zijn in mijn ervaring afdoende behandeld en besproken.

Marktontwerp

Wat er in dit ontwerp niet is besproken, is de verantwoordelijkheden die komen kijken bij het ‘maken van een markt(segment)’. Het onderwerp van marktplaatsen en markten staat dicht bij mijn opleiding en specialisatie; ik heb tijdens mijn studie als afstudeeropdrachten de haalbaarheid van het maken van een app onderzocht (BSc) en aansluitend de verschillen tussen de app-stores; Apple vs Google en de rest (MSc).

kans op overschotten, prijsdruk bij producenten, misoogsten, beperkt assortiment, inflexibele productie enzovoort

Wat voor mij een doorn in het oog is in het ontwerp van deze markt is, is het te vrij laten van verschillende onderdelen, het niet opstellen van richtlijnen (met een ‘vies’ Nederlands woord voor de ambtenarij: richtsnoeren) voor productievolumes, kwantitatieve eisen, kwalitatieve eisen voor de productcategorieën. De markt moet dit blijkbaar allemaal verzinnen, al kun je daarmee helemaal de mist in gaan, zie de mogelijke negatieve effecten die al regelmatig in het nieuws zijn geweest: kans op overschotten, prijsdruk bij producenten, misoogsten, beperkt assortiment, inflexibele productie enzovoort.

Hoe zou een volwassen markt versneld gestart kunnen worden? Door bijvoorbeeld assortimentsbeperking, ook al is dat niet helemaal in de behoefte van de consument. Wanneer je zou kiezen voor een gedeeltelijk gelijk speelveld (bijvoorbeeld de overheid levert de zaden via vooraf ingeschreven leveranciers) kun je veel beter inspelen op het beoordelen van de capaciteiten van producenten en aantoonbaar versneld onderzoek doen naar de meest effectieve manieren van produceren/kweken.

Ook had men vanwege de behoefte aan bepaalde soorten hasjiesj (terminologie zoals deze bij de overheid wordt gebezigd) kunnen kiezen om dit productsegment nog buiten beschouwing te laten. Tijdens mijn studie hebben we bij het vak Productie- en Logistiek Management gebruik gemaakt van de techniek ‘Lineair Programmeren’. Een typische vraag is een winstmaximalisatie probleem: je hebt drie ingrediënten; suiker, chocolade en pinda’s. Als je uitgaat van gelijke kosten in de productie, ongelijke kosten voor de ingrediënten en een beperkte afzetmogelijkheid van producten, wat is dan het optimum voor de winst? 

In dit voorbeeld heb je de dagelijkse productievraagstukken te pakken van bijvoorbeeld een fabrikant van snoeprepen. Moet ik meer caramelrepen (vb: Mars reep) of pindarepen (vb: Snickers reep) maken? Wanneer de verkoopprijs onderling verschillend is (Snickers levert meer op, bijv. €0,50 per stuk t.o.v. €0,30 voor een Mars) zul je eerst maximaliseren naar de maximale afzet van pindarepen en aansluitend opvullen met caramelrepen totdat de voorraad grondstoffen op is. Naast de winstmaximalisatie bestaat ook een ‘omgekeerde variant’ van dit optimalisatieprobleem; die van de kostenminimalisatie (voor bijvoorbeeld overheidsfuncties(!)).

Kortom, het failliet van de hasj in dit marktmodel

Doen we deze oefening binnen het experiment gesloten coffeeshopketen voor het productsegment hasjiesj ten opzichte van wiet, is het resultaat dat tegen een verwachte opbrengst of contributiemarge van 100% bij wiet of 20% (je hebt 5x zoveel grondstof, droge wiet nodig) voor hasjiesj, is al snel duidelijk dat een optimalisatie GEEN hasjiesj in je productieplanning zet. Kortom, het failliet van de hasj in dit marktmodel.

Beleidsvorming inclusief reactievermogen

Rondom het marktontwerp en de handhaving mist een directief stuk, een gedegen beoogd beleid, een set uitgangspunten waardoor voor alle deelnemers in het speelveld van deze markt duidelijk wordt wat wel en niet kan. Een heel belangrijk onderwerp dat daaraan verbonden is de flexibiliteit in het reageren wanneer er iets aangepast moet worden; heel pittig voor een ambtelijke organisatie. Net zo is het moeilijk voor veel grote organisaties en vrijwel alle producenten/kwekers vallen met geschat 50+ medewerkers in die categorie middenbedrijven.

binnen de regels van het experiment zal er iets gevonden kunnen worden waar men vooraf niet op gerekend had

Want, als we de analogie met de formule 1 aanhouden, zal er iets gevonden kunnen worden binnen de regels van het experiment waar men vooraf niet op gerekend had. Er moet dan snel een passend alternatief worden opgezet. Dit alternatief moet getoetst worden aan het beleid, waarbij het beleid nu vooral is geënt op de handhaving, niet op de instandhouding van het experiment, niet op de positie van het gehele netwerk met inachtneming de eindklant. Althans, zo lijkt het te gaan; de echte motivaties en ‘moverende stukken’ zijn verbloemd met politiek en wolken van juridische vaagheid. Misschien met opzet om vooral te kunnen blijven voldoen aan de regels, eisen, afspraken en plichten binnen de (inter)nationale regelingen en verdragen.

Ook hieruit blijkt weer een niet rijpe vraag naar de markt met een instrument en toezichthouder functie die uitgekristalliseerd is. Zie ook bijvoorbeeld het nog niet afgerond hebben van de testinstructies en de toegelaten bestrijdingsmiddelen, het herzien van de 6500kg minimum en er geen heldere specificatie of eis die ervoor in de plaats is gekomen.

Het kan dan ook nog een hele kluif worden om dit beleid voldoende op de rit te krijgen dat de handhavende rollen (NVWA, Politie, BOA’s) voldoende kennis van de markt hebben en geen keuzes maken in hun eigen beleid die het experiment schade toe doen.

Conclusies Marktfacilitator

De maker van de markt staat nog in de kinderschoenen en kent de veronderstelde functies onvoldoende gegeven de ondernomen stappen en opgeleverde stukken en hulpmiddelen. Er is daaruit volgend een gerede kans op verstoring van het experiment wanneer uitvoerende rollen onvoldoende eensluidende richtlijnen hebben om te handelen naar de doelen van het beleid.

In mijn ogen is er dan ook een bredere inzet nodig dan enkel het sluiten van de keten

In mijn ogen is er dan ook een bredere inzet nodig dan enkel het sluiten van de keten, beginnende met voorlichting en kennis van zaken bij beslissingsnemers en ontwerpers. Er is slechts ontworpen met handhaving en registratie van goederen in het achterhoofd tegen bestaand assortiment.

De hogere doelen worden niet bereikt (minder overlast, gedragsverandering in consumptie, preventie onder jongeren) wanneer minder schadelijke producten worden uitgesloten en strakke, voorspelbare doseringen niet gefaciliteerd worden door uitsluiting van bijvoorbeeld vape juice (cartridges) en eetbare producten met cannabis olie of tincturen. 

Dit is een onterechte opzet; zoals ik in de podcast al noemde. Het gaat om de definitie hard- en softdrugs met een Specifieke, Meetbare, Haalbare (Achievable), Relevante, Tijdsgebonden set aan criteria. Komende dinsdag doe ik in een column een oproep voor het toevoegen van een specifieke productgroep aan het experiment.

Ook het voorlichten op basis van schadelijkheid en beperking, ten opzichte van alternatieve recreatieve uitingen en toepassing op basis van plantenprofiel is een vooralsnog gemiste kans. De angst om producten aantrekkelijk te maken omdat je uitlegt wat een cannabinoïden profiel is of wat welke terpenen in het lichaam doen is ongekend in het licht van voorlichting van consumenten.

Net als in de tabaksindustrie kom je daarmee in een onmogelijke spagaat. Vanuit mijn hobby, pijproken, zijn er al onmogelijke situaties ontstaan; je mag niet meer aanduiden wat er in een product zit. Dat gaat verder dan smaakstoffen. De lijst met verboden termen bij tabak en toevoegingen is groot en ongekend breed; bijvoorbeeld: voorheen heette een product Mango & Vanilla en heet nu Golden Harmony

tabaksblad Daarbij is het niet mogelijk om te vertellen dat er mangosap is toegepast, evenals bourbon vanille die bij consumptie al dan niet mild zijn in smaak of in welke verhouding. Dit specifieke product is ‘anders’ omdat mango meer vertegenwoordigd is dan vanille, als enige in de markt. 

Het pijnlijkste in dit verhaal is dat verschillende soorten tabak en verwerkingswijzen zorgen voor een ander effect tijdens verbranding (of verdamping!!). Zo worden al meer dan een eeuw technieken gebruikt zoals fermenteren, persen, stomen, rijpen in vaten, drogen boven vuur of met wind om juist mildere eigenschappen te creëren. Daarbovenop is er binnen de pijptabak wereld juist een strikte scheiding tussen de wereld van pure tabak en die van gesausde tabak met toegevoegde smaken.

Ook in de verwerking is tabak steeds een ander tussenproduct met compleet andere smaakeigenschappen en verbrandingskwaliteiten. Simpelweg gezegd is een Flue Cured Virginia uit Zimbabwe Grade B1F iets geheel anders als een Fire Cured Aged Virginia uit de VS, North Carolina Grade X4KR. Bekijk ook hier een document van de USDA over kwaliteitskenmerken in het beoordelen van tabaksbladeren.

Het verschil is vergelijkbaar met een industrieel appelsapje waarvan niets meer natuurlijk is en de smaak is gemaakt door de juiste esters bij elkaar te voegen, en een appelsap van versgeperste biologisch geteelde appels met pulp. De ene zal een uitgesproken karakter hebben, de andere wat vlak. Toch is het nu verboden om te vertellen dat het ene product mild rookt, of zoeter is omdat er aantoonbaar meer suikers in zitten.

Beperkingen op cruciale kenmerken zorgt voor verwarring bij consumenten

En nee, ik wil geen reclame maken voor tabak en/of diens consumptie met cannabis! Zoals de preventiewerker aangaf bij het gesprek van de gemeente Helmond is 1 joint gelijkwaardig aan 8-9 sigaretten qua potentieel schadelijke stoffen. Dit voorbeeld is ter verduidelijking welke beperkingen er zijn in conflicterende ontwerpregels voor beleid voor consumentenproducten en reclame-uitingen of communicatiemiddelen. 

Beperkingen op cruciale kenmerken zorgt voor verwarring bij consumenten. In het slechtste geval zorgt het voor een niet verkoopbaar product omdat de koper geen geïnformeerde beslissing kan maken. Op zijn minst is dat het tegenovergestelde van de verplichtingen in de EU-consumentenrichtlijnen. 

Omdat in dit voorbeeld met tabak het een specifiek segment is, moeten strenge regels toegepast worden aan uitingen. De vraag is of de consument van tabaksproducten er beter van wordt en of dit juridisch wel mag, gezien het ontbreken van essentiële informatie. In het geval van mijn hobby is het een verloren zaak; geen van de fabrikanten van pijptabak heeft nog voldoende economische slagkracht om hier een zaak van te maken.

Oproep voor meer richtlijnen en afspraken in het experiment

Met veel van de hiervoor genoemde onderwerpen en mogelijke beperkingen bereiken we meerdere doelen niet binnen het gestelde experiment, te danken aan te ruim gelaten spelregels. Het mag iets meer als in de Formule 1; scherpe regelementen, enkele afspraken industrie breed en verder moet iedereen het zelf doen. Prettige wedstrijd. 

scherpe regelementen, enkele afspraken industrie breed en verder moet iedereen het zelf doen

Sleutelfactor is daarin wel wie er zitting neemt in de FIA van de cannabisindustrie van Nederland. In ieder geval ook andere partijen dan handhavers wil het experiment goed slagen! 

En wat dat betreft is dat een heel ander doel dan de beoordelingscommissie van het experiment. Die groep specialisten (professoren) beoordeelt of de ontwerp en de beoordeling van het wietexperiment voldoende is om er conclusies uit te trekken en de kwaliteit van de conclusies. Dat is dus geen sturende groep die actief is en ingrijpt tijdens het experiment.

Daarbij is dan ook een ander zwak onderdeel van de opzet van de marktverandering in de vorm van een experiment. Een experiment zet je op om op een bepaalde, vaste manier tot resultaten te komen. Of het experiment geschikt is voor het te meten of bereiken doel is nog onbekend. 

Daarom is het voor mij essentieel om enkele commentaren zoals genoemd zo spoedig mogelijk toe te passen. Als ontwerper zie ik nog onvoldoende dekking op functioneel gebied. Dat betekent niet dat het experiment gegarandeerd mislukt en het beoogde doel niet bereikbaar is. De kansen voor een vorm van succes worden echter wel meer beperkt.

Positieve afsluiting

We staan aan het begin van een mooie tijd en een boel uitdagingen. Ik heb vertrouwen in de mogelijke partijen die de durf tonen om met de voorwaarden voor kwekerslicenties en onduidelijke eisen vanuit de vragende partij (de overheid) dit avontuur aangaan. De meeste grotere samenwerkingen zijn goed voorbereid, er zijn internationale partijen die al weten voor één of meer productievormen wat er te wachten staat.

We staan aan het begin van een mooie tijd en een boel uitdagingen

Als de marktwerking gaat doen waar het voor ingezet moet worden, krijgen we kwalitatief goede producten, een breed assortiment, meer continue beschikbaarheid en verschijningsvormen tegen goede prijzen. 

Dat, terwijl de coffeeshop uitbaters erop vooruit kunnen gaan omdat ze een informerende en duidelijkere beschermende functie krijgen met een normale handelsrelatie en netwerk. De overheid krijgt een gesloten keten en meer garanties voor consumentenveiligheid.

Belangrijke voorwaarde is wel dat er dus in de tussentijd een helder beleid komt(…)

Belangrijke voorwaarde is wel dat er dus in de tussentijd een helder beleid komt, dat aanpasbaar wordt aan de situaties die nog gaan komen.

En neem daarbij een productvariant in het assortiment op dat eenvoudig en consistent is in het doseren.

Mijn voorstel is dan ook gedurende het experiment om een continue, kortcyclische (Agile) dialoog aan te gaan. Misschien iets minder impulsief en reactief dan het gevoerde Coronabeleid, maar zeker richting een ijking ieder kwartaal of halfjaar. Dat vraagt om een investering bij beleidsmakers en handhavers, voornamelijk in kennisvergaring over het onderwerp.

Deze aanpak past prima bij een gefaseerd experiment en het creëren van vertrouwen bij de deelnemers. Zoals de zeven thema’s in de Prince2 projectmethodologie zou het nuttig zijn om enkele ‘gate review’ momenten in te bouwen. In dit geval moet je daarom heldere ijkpunten hebben, vooraf, en deze wederom toetsen aan de maatschappelijke businesscase en doelen.

Daarbovenop is het goed uit te leggen naar de politieke achterban en internationale partijen die wantrouwend zijn. Er is dan namelijk een instrument neergezet waar je ‘aan de knoppen kunt draaien’. Zo stuur je naar een uitkomst die werkbaar is en voldoet aan het verhogen van het welzijn van de consument.

Ik kijk er naar uit om verder te kunnen werken aan deze mooie industrie!

Lees hier Jef zijn vorige longreads:

En beluister hier onze Cannabis Industrie Podcast met Jef Martens.

- Advertentie -
Cannabis Industrie Awards
- Advertentie -